Geschiedenis

Een roze club aan de Brabantse westrand
Veertig jaar werken aan emancipatie, integratie en aanvaarding van homoseksualiteit in het westen van Noord-Brabant en Tholen

Hoe zijn we begonnen?
In de jaren zeventig van de vorige eeuw ontstond te Bergen op Zoom een gespreksgroep waarin de pioniers onder de homomannen en -vrouwen bijeenkwamen. Voorlopig was dat nog in achterkamertjes bij homo’s en lesbo”s thuis. Het ging vooral om de gezelligheid, koffie, een drankje en bijpraten. Het contactadres van de “werkgroep voor homofilie” was in de Bunthof gevestigd. Na enige jaren werd de groep te groot om nog bij mensen thuis te vergaderen. Bovendien veranderde geleidelijk aan het culturele klimaat te Bergen op Zoom. Een nieuwe wind ging heel voorzichtig waaien. Onbekende termen als “jongerencultuur” en “seksuele hervorming” kwamen naast aloude begrippen zoals Vastenavond, Dosko en MOC. Terugkijkend vond de werkgroep achteraf, dat de “beschutte sfeer” van de huiskamerbijeenkomsten weinig goed had gedaan aan de integratie van homofilie in de Bergse samenleving.
De deuren gingen open…

Op 10 maart 1977 hadden twee leden namens de werkgroep een onderhoud met de leiding van het jongerencentrum “De Botte Hommel”. Zij spraken namens een groep van ongeveer 30 personen. De werkgroep presenteerde zich als het COC-Bergen op Zoom. Men had dus contact gezocht en gevonden met de landelijke organisatie te Amsterdam en elders zoals te Breda. Vanwege het gebrek aan een ontmoetingsplaats elders, wilden ze een vaste ruimte te hebben voor praatgroepen, film, discussies enzovoort. Daarom vroegen zij om onderdak in het jongerencentrum aan de Rijtuigweg. De eerste bijeenkomst in dit nieuwe onderkomen kon doorgang vinden op zondagavond 1 mei. De avond werd druk bezocht; er kwamen ongeveer 50 mensen.

Snel succes
De soosavonden kenden een stormachtige groei. Er was kennelijk vooral onder jongeren behoefte aan een gemoedelijke sfeer met eigen muziek, dans en contact met lotgenoten. Dit beperkte zich niet tot de eigen groep: vanouds stonden de deuren open en vond ieder die zich hier thuis kon voelen, gastvrijheid en een prettige sfeer.

Het aantal bezoekers stabiliseert zich al snel tot 50 a 60 personen per avond. In de statistieken van de Botte Hommel weerspiegelt het drukke bezoek van de “soos” zich in de stijgende baropbrengst. Een bijdrage tot die groei is de populariteit van de feestavonden. Ook daaraan nemen personen van buiten de homowereld deel. Spelenderwijs komt een eerste integratie van de grond. Het is daarom een wijs besluit geweest, in de openbaarheid te komen. Daarbij zijn de kerntaken van het COC niet vergeten: voorlichting voor iedere die homoseksuele gevoelens heeft, hulp bij het “uit de kast komen” al is het begrip in deze jaren nog niet bekend. En introductie in een deels alternatieve, deels heel “gewone” levenswijze.

Erkenning en emancipatie
Gemeentelijke erkenning werd moeizaam, na een jaartje lobbyen, in 1978 verkregen. De gemeenteraad besloot in die tijd naast het traditionele werk volgens het sociaal-cultureel plan ook aandacht te besteden aan minderheidsgroepen en aan nieuwe initiatieven. Op 30 juni 1978 kreeg het COC een eerste subsidie van 1000 gulden, voorlopig voor een jaar. Het is op zich van grote symboolwaarde dat de werkgroep op 4 mei 1979 voor het eerst en daarna ieder jaar opnieuw werd uitgenodigd een krans te leggen bij de plaatselijke dodenherdenking. Hiermee eerde zij de naar schatting 200.000 homoseksuelen die overal in Europa, tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi”s zijn omgebracht. Groot was de voldoening over dit wapenfeit bij de moeizame inburgering van de Bergse homo’s.

Kerken -katholiek en protestants- hebben steeds moeizaam gestaan ten opzichte van seksualiteit, eerst en vooral de homoseksualiteit. De benoeming van conservatieve bisschoppen in Nederland bracht de nodige onzekerheid met zich mee. Bekend zijn de voor homo’s kwetsende uitspraken van bisschop Gijzen van Roermond. De Bredase bisschop Ernst liet echter in maart 1979 voor de KRO-televisie een open en duidelijke opinie horen over de “gelijke rechten” van homo’s binnen de kerk. Volgens Ernst moet de kerk “een huis bieden”aan “homofielen” die gewetensvol leven en ernst willen maken met het evangelie. Zij mogen rekenen op Gods barmhartigheid, evenals ieder ander mens. “Niet meer en niet minder”. Hij vindt de kerk waar het de officiele leer betreft niet dynamisch genoeg. Als voorbeelden noemt hij het denken over oorlog en vrede, bewapening en over het economisch bestel. Het COC Bergen op Zoom is bijzonder tevreden met deze uitspraak die het “ondubbel zinnig en duidelijk” noemde. Eerder al had de vooruitstrevende bisschop van Den Bosch een soortgelijke verklaring afgelegd. Er tekende zich binnen de rooms-katholieke kerk een duidelijke scheidslijn af tussen progressief en conservatief.

De Bergse homo’s durfden in die jaren voor het eerst een eigen geluid te laten horen. “Met alleen maar verdraagzaamheid zijn we er nog niet. Die heeft iets van neerbuigende welwillendheid, iets waarbij degene die “verdraagt ” het recht zou hebben daarover op een gegeven moment anders te gaan denken.” Openbaarheid werd een belangrijk aspect van de wekelijkse soosavonden, vond het bestuur. De kwestie van de rechten van de homoseksueel gaat iedereen aan, omdat het eigenlijk gewoon om mensenrechten gaat!

Organisatievormen veranderen. Het landelijke COC besloot tijdens het congres van november 1980 de indeling van Nederland in afdelingen te herzien. Er kwamen kleinere, op zichzelf staande afdelingen, waarvan Bergen op Zoom er een was. Op zondag 3 mei 1981 werd een en ander een feit. Het COC Bergen op Zoom kreeg een eigen bestuur..

Naar een eigen “Soos”
Het jonge COC moest in de beginjaren wel “inwonen” in een beginnend jeugdcentrum, een houten voormalig schoolgebouw.
Het verlangen naar een eigen cafe werd als maar sterker.

Een volgende mijlpaal was daarom het betrekken van een eigen huisvesting in de Blokstallen. Op vrijdag 28 en zaterdag 29 september 1984 rolde men de roze loper uit voor de open dagen in het door vereende krachten ingerichte onderkomen. De werkers van het eerste uur zagen hun een droom over het “bruine cafe” verwezenlijkt. Er kwam ook een kleine nevenruimte voor besprekingen die ook als kantoor dienst kan doen.

Vijf jaar nadien is een renovatie nodig. Op 5 mei 1989 wordt het voor het eerst (niet voor het laatst) vernieuwde cafe heropend. Ingrijpender zijn de veranderingen aan het interieur in 1994-1995. Het kantoortje trekt men bij het cafe: daar komt een dansvloer. Einde januari 1995 knallen opnieuw de kurken van de champagneflessen bij de inwijding van de vergrote “Soos”, overigens de afkorting van de officiele naam “societeit”. Het uitbaten van een eigen cafe brengt ook zorgen mee. Men dient voortaan te voldoen aan de steeds zwaardere eisen van drankwet, veiligheids- en milieuvoorschriften en met alle financiele en administratieve rompslomp die erbij hoort. Van actiegroep is het COC-Bergen op Zoom “kleine zelfstandige” geworden.

Veel groepen, een streven
Vrouwen hebben letterlijk aan de wieg van de Bergse organisatie gestaan. Lesbische vrouwen voelden zich namelijk dubbel gediscrimineerd: en als vrouw en als lesbienne. Wanneer de overheid een actief emancipatiebeleid gaat volgen, haken zij daar enthousiast bij in. In de jaren 1985-1990 bestaat er een werkgroep “Vrouwen in het COC” die ook deelneemt aan de werkzaamheden van het plaatselijke Vrouwenoverleg. Enige jaren is er sprake van vrouwenavonden, -middagen en -literatuur, ja zelfs van een “vechtweekend” om de weerbaarheid te vergroten. In 1990 viert men het vijfjarig bestaan, maar kort erna stoppen de dames hun activiteiten.

Binnen de afdeling laat de organisatiestructuur zien wat de doelstellingen zijn. Aparte groepen van vrijwilligers hebben als taak te zorgen dat de bar open kan blijven en dat er feesten worden georganiseerd. Aan het einde van de jaren tachtig is de bargroep gecombineerd met de activiteitencommissie. Sinds 1987 bestaat er een introductiecommissie, ook wel introductieteam genoemd. Naast de reeds genoemde groepen komen er speciale teams voor voorlichting, telefonische hulp, de organisatie van filmvertoningen, de bestrijding van Aids. Bovendien wil men afzonderlijke groepen oprichten voor vrouwen en jongeren. Als geheel worden deze teams tot 1991 aangeduid met de naam “voorlichtingsgroep”. Omdat die naam de lading niet dekt, bedenkt men in dat jaar de naam “beeldvorming”, ook al geen blijvertje.

Tegenwoordig bestaan binnen het COC de volgende werkgroepen met een welomschreven doel: communicatie; nieuwsbrief; politiek, advies en federatie; bar; voorlichting en opvang; filmfestival en activiteiten (jaar- en andere feesten). Vooral de werkgroep voorlichting vraagt veel zorg, temeer omdat steeds meer scholen een beroep doen op de vereniging. Op zich een verheugende ontwikkeling. Een laatste minderheidsgroep die aan de activiteiten van de vereniging gaat deelnemen, is die van mensen met een verstandelijke beperking. In 2004 krijgen zij een eigen groep onder de naam Dubbel apart.

Van werkgroep naar vereniging
Medio 2000 wordt iedere COC-afdeling in Nederland omgezet in een afzonderlijke vereniging, met de landelijke organisatie verbonden in een federatie. Het eerste jaarverslag van de vereniging getuigt van onzekerheid over de toekomstige ontwikkelingen. Zonder problemen is het bestaan van het COC nooit geweest, maar nu moet alles een doorstart maken. De nieuwe bestuursploeg slaagt er echter in de overgang door te voeren en stevent vastberaden af op de viering van het 25-jarig bestaan. Op die schitterende meidag van 2002 wapperde van de oude Peperbus fier de COC-vlag, op de plek waar we gewoonlijk rood, wit en blauw zien.

De naam van de vereniging is in november 2004 aangepast aan de veranderende omstandigheden. Steeds meer heeft het bestuur zich ingezet om ook met de gemeentebesturen buiten Bergen op Zoom die tot ons werkgebied behoren tot een betere relatie te komen. Vooral de voorlichting aan scholen is daarbij van belang. Om deze te kunnen financieren is subsidie nodig. Bij het aanvragen daarvan krijgt het bestuur vaak te horen: “Wij financieren geen Bergse club”. Ook dient men aan te sluiten bij de algemene trend in het COC om het land in regio”s in te delen. Daarom is gekozen voor een naam die een omschrijving van ons hele werkgebied bevat: “COC West-Brabant-West en Tholen”.

Oktober 2005 brengt het verheugende nieuws dat een plaatselijke initiatief-groep Bergen op Zoom bij de Landelijke Stichting Roze Zaterdag kandidaat heeft gesteld voor de organisatie van een dergelijk evenement in juni 2007. Uiteraard schaart het COC West-Brabant-West en Tholen zich met enthousiasme achter dit voornemen. Uit de verdere ontwikkelingen blijkt dat het plan zoals men zegt “wortel heeft geschoten” in het plaatselijke streven Bergen op Zoom alom “op de kaart te zetten” als attractieve plaats voor vestiging, toerisme en vermaak. Met andere woorden, roze Bergen komt weer op de kaart.

Uitsmijter
Uitsmijters van papier dienen om een verhaal nog eens te onderstrepen en samen te vatten. Dat is bij een kort verhaaltje als dit niet nodig. Daarom dit.

Wanneer in december 2006 bij een discussie over de invoering van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning ook voorlichting aan jongeren genoemd meent het COC daarbij ook iets te melden te hebben. Niet voor niets is het ministerie van onderwijs begonnen met de actie “veilige school”. Hierbij wordt het pesten van homoleerlingen en -docenten aan de kaak gesteld. Dat is helaas nog steeds nodig. Sommige gemeenteraden in onze regio vinden het jammer genoeg niet nodig om aan homo’s extra aandacht te schenken bij de uitvoering van die wet. Als smoesje geldt dan dat je ze daarmee maar in “hokjes” plaatst. Een gemeenteraadslid ging zover te beweren dat wij onder het “prestatieveld” van openbare geestelijke gezondheidszorg terecht kunnen. Misschien teveel naar het Vaticaan geluisterd, dat homo’s weer terug wil sturen naar de psychiater?

Ook vindt “men”vindt dat wij alles al bereikt hebben. Uit wat er in de maatschappij gebeurt kun je wel tot andere conclusies komen. Op het punt van leefbaarheid van wijk en buurt zullen homoseksuelen nog wel wat meer verdraagzaamheid, of nog beter respect, kunnen gebruiken. Mantelzorg is bijvoorbeeld voor homo’s moeilijker te realiseren dan voor anderen, zo blijkt uit een landelijk onderzoek. Rede dus om alert te blijven. Na veertig jaar is het COC nog steeds niet overbodig.